Energieke Bottomup in Lage Landen

Energieke Bottomup in Lage Landen (2012) is een van de eerste landelijke beschrijvingen van de coöperatieve burgerenergiebeweging. In 2012 begon deze beweging net goed op stoom te komen. Coöperaties waren (en zijn) al sinds de jaren 80/90 actief met windenergie. Na 2008 kwam er opeens een nieuwe lichting energiecoöperaties op.  De pers schreef er regelmatig over in die tijd, maar een beschrijving van de beweging ontbrak. Ik ben dat toen zelf gaan schrijven, op eigen initiatief, en ben de ontwikkelingen daarna blijven volgen, onder andere samen met HIER Opgewekt en Energie Samen (toen nog ODE decentraal) met de Lokale Energie Monitor

Dit rapport beschrijft de situatie in 2012.

Uit: Energieke Bottomup in Lage landen (2012), slotwoorden

In 2012 schreef ik voor het eerst over de toen ontluikende coöperatieve beweging. 

Er wordt hinderlijk geknaagd aan de fundamenten van de gevestigde partijen in de energiemarkt”. 

“Waar de markten en overheden het laten afweten, treden burgers naar voren en nemen het heft in eigen handen. In die zin vormen zij samen de beroemde ‘onzichtbare hand’ die de markt als vanzelf in goede banen zou moeten leiden. Die hand (‘wij samen’) is al lang aan het werk. De transitie is in volle gang. We moeten het alleen willen zien”.

De bottomup als verandermacht

Politieke zoden aan de dijk: opwaartse druk

We zien een explosieve toename van Nieuwe Nuts, een heropleving van de windcoöperaties en een ware zonnekoorts over ons land trekken. We zien kritische en inventieve burgers met een sterke wens om het heft zelf in hand te nemen. Ze vinden creatieve wegen om de zaak in beweging te krijgen, vaak om trage gevestigde spelers heen. Vooralsnog zet het nog weinig ‘harde’ zoden aan de dijk, althans in termen van fysieke verduurzaming van de energievoorziening. De werkelijke waarde zit naar ons idee echter elders, namelijk in de verandermacht van deze collectieve beweging; de opwaartse druk.

Een deel van de bevolking toont zich overduidelijk bereid werk te maken van de transitie naar een duurzame energievoorziening. Ze zetten zich met veel eigen tijd en middelen in voor de publieke zaak. Het maatschappelijk middenveld verandert, nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en er is sprake van krachtenbundeling. Een politieke vuist  is zich aan het vormen om zelflevering mogelijk te maken. Dit dwingt nu al zichtbaar een reactie af: de politiek, overheden, bestuurders en energieproducenten, energieleveranciers en netbeheerders reageren op de veranderende verhoudingen. Er wordt hinderlijk geknaagd aan de fundamenten van de gevestigde partijen in de energiemarkt.

Globalisation reversing

De Energieke Bottomup beweging staat niet op zich zelf. Net als stadslandbouwers, kritische economen en zorgcoöperaties zijn energie-initiatieven manifestaties van een bredere trend. Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist bij Trouw verwoordt het onderliggende sentiment scherp: “Mensen willen de zeggenschap terug over zaken die hun levens raken, en vragen om instituties die dat mogelijk maken. Dat is geen goedkope bezuinigingsretoriek; het is het opnieuw toe-eigenen van wat in een grootschalige wereld verloren is gegaan. Het is mogelijk en het gebeurt al.”  [Jos van der Lans, 2012).

De energieke beweging staat ook internationaal niet alleen. Er is sprake van een internationale trend. Sommigen noemen het ‘glocalisering’: een hernieuwde waardering voor het lokale zonder de vruchten van de globalisering overboord te gooien. Alles op zijn juiste schaalniveau. Het is ook te zien als een gedeeltelijke ommekeer: globalisation reversing. Even een paar stappen terug zetten, omkijken naar wat verloren dreigt te gaan en dan vrolijk weer voorwaarts. Geen nostalgisch verlangen naar een verheerlijkt verleden, wel een duidelijke ommekeer van twee decennia globalisering, schaalvergroting, toenemende complexiteit met alle chaos en verwarring van dien, naar een meer menselijke maat.  Een goed voorbeeld is de transition town beweging, die vanuit Engeland is komen overwaaien en groepen in Nederland inspireert om met duurzame lokale energie aan de slag te gaan. Vergelijkbare kruisbestuiving zie je rond voedsel (Urban Farming) en economie (Great Transition uit Engeland, decroissance movement uit Frankrijk).

Interessant is dat men deels teruggrijpt op oude bekende ideeën uit de jaren zeventig en tachtig. Het is te zien als revival van E.F. Schumacher’s: Think global, act local. Anders dan in de jaren 80 zijn veel ideeën inmiddels ergens in de wereld in de praktijk toegepast. Een nieuwe generatie gaat met oude ideeën aan de slag, gebruikmakend van nieuwe technologie. Een boeiende fusie van oud en nieuw, mooi verbeeld door de oude windmolen en nieuwe turbine in de foto.

Wij zijn samen de onzichtbare hand

Globalisering maakt een ongekende bundeling van krachten mogelijk. Aan de top, maar zeker ook aan de basis. In heel de wereld zijn vergelijkbare bewegingen actief.  De roep naar meer coöperatieve werkvormen is overal hoorbaar. De VN heeft niet voor niets 2012 tot het jaar van de coöperatie uitgeroepen. Voor wie zich wel eens in wandelgangen van de Klimaattoppen (Kopenhagen 2010) heeft gewaagd, ziet deze mondiale grassroot culture aan het werk. Het is een schijnbaar ongecoördineerde zwerm met een enorme diversiteit aan vogels van allerlei pluimage. Collectief heeft het meer richting en slagkracht dan we denken. Eén termiet zal een huis niet omver krijgen, een paar honderd (of duizend) lukt dat wel.

Waar de markten en overheden het laten afweten, treden burgers naar voren en nemen het heft in eigen handen. In die zin zijn ‘wij als collectief’ de onzichtbare hand waarvan verondersteld wordt dat deze alles als vanzelf in goede banen zou leiden: We are the Invisible Hand. Die hand (van ons ‘wij’) is al lang aan het werk. De transitie is in volle gang. We moeten het alleen willen zien .

Dit essay is mijn poging om zichtbaar te maken hoe deze onzichtbare hand op gebied van energie al aan het werk is in Nederland.

Foto’s: ‘Oude Windmolen, Nieuwe Turbine’ (NRC, Rien Zilvold, 2012). Coöperatie Amsterdam Energie met manifest: “We doen het zelf wel” (2012).